Jean Droit

Jean Droit : De Soldaat


Bij het begin van de eerste wereldoorlog op 3 augustus 1914 werden Jean Droit en zijn broer Raoul gemobiliseerd in het Franse leger in Toul. Jean Droit vervoegde het 226e infanterieregiment te Nancy als korporaal. Hij onderscheidde zich op schitterende wijze, hij maakte de strijd mee in Verdun, Lorraine, de winter in Artois, de gevechten aan de Somme en in Aisne. Tijdens de oorlog maakte hij tekeningen en schetsen over de ellende van de oorlog en het leven in de loopgraven en stuurde deze op naar het tijdschrift “L'Illustration”. Hij werd bevorderd tot luitenant en ontving het Oorlogskruis met palmen zowel in België als in Frankrijk. Tevens ontving hij de onderscheiding “Chevalier de la Légion d’Honneur”. Op 14 oktober 1918 schrijft hij in zijn oorlogsdagboek: gelukkig we zijn in België, mijn tweede vaderland!.....op maandag 11 november is de oorlog voorbij en op 1 december 1918 trekt Jean Droit te paard door Brussel met het 226e regiment.

Scout
Scout

Op 26 augustus 1939 werd hij opnieuw als reservekapitein onder de wapens geroepen in Morschwiller-le-Bas nabij Mulhouse. Dit was het begin van de tweede wereldoorlog. Zijn taak was topografisch officier in het hoofdkwartier van Generaal de Lattre de Tassigny. Voor een tweede keer zal hij het “Oorlogskruis” ontvangen en de titel “Officier de la Légion d’Honneur”. Politiek gezien behoorde Jean Droit tot de rechtse strekking. Hij was een diepgelovig katholiek en overtuigd patriot. Hij vond het belangrijk deel te nemen aan bijeenkomsten van oud-strijders.

Hij veroordeelde de houding van Maarschalk Pétain en was zeer gevoelig voor de toespraken van Generaal De Gaulle.